Het Nationaal Vrijwillig Rapport (National Voluntary Review – NVR/VNR) geeft een ruim overzicht van verschillende Belgische initiatieven die bijdragen aan de realisatie van Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling. Dankzij een nauwe samenwerking tussen alle federale entiteiten en in overleg met de civiele maatschappij werd een schat van informatie bijeengebracht. Dit rapport is een eerste in zijn soort, en spreekt zich uit over alle regeringen in België. Het opstellen van een nationaal overzicht vormt een eerste stap in de verdere realisatie van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen of SDGs.
Het rapport werd voorgelegd aan de Verenigde Naties op het High Level Political Forum. Dit forum is dé centrale hub op het internationale toneel waar alle landen samenkomen om hun voortgang in de verwezenlijking van de Agenda 2030 te bespreken.
Hoewel er al strategieën voor duurzame ontwikkeling bestonden vóór de goedkeuring van de Agenda 2030, was er een aanpassings- en integratieproces nodig om aan deze nieuwe verplichtingen te voldoen.
Dit proces is momenteel aan de gang en de eerste VNR heeft hierbij een doorslaggevende en pedagogische rol gespeeld, waardoor het potentieel voor peer learning binnen het Belgische federale systeem werd gemaximaliseerd. Het proces wordt gecoördineerd door een politieke stuurgroep onder het voorzitterschap van de eerste minister en kan rekenen op de actieve medewerking van vertegenwoordigers van de federale entiteiten en de deelstaten. Zo heeft het op het hoogste niveau de nodige politieke impuls gegeven. Dit proces:
- Heeft ervoor gezorgd dat er meer wordt nagedacht over de meest efficiënte manier om de SDG’s in de overheidsdiensten te concretiseren;
- Heeft gezorgd voor vooruitgang in de werkzaamheden met betrekking tot de indicatoren voor de opvolging van de SDG’s;
- Heeft benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat alle relevante actoren daadwerkelijk worden betrokken bij een geïntegreerde aanpak, waarbij instrumenten van het buitenlands beleid op het gebied van ontwikkeling, defensie, diplomatie en de rechtsstaat op coherente wijze worden gecombineerd;
- Heeft een nieuwe impuls gegeven aan de samenwerking met de stakeholders uit het maatschappelijk middenveld en de privésector.
Maar bovenal heeft het rapport voor het eerst een overzicht mogelijk gemaakt van de waaier van lopende acties, zowel in België als in het buitenland, om bij te dragen tot de verwezenlijking van de SDG’s.
De resultaten van de VNR benadrukken het engagement van de Belgische overheden om de SDG’s in hun geheel uit te voeren, rekening houdend met sleutelprincipes zoals "leave no one behind", de toepassing van een op rechten gebaseerde aanpak en de integratie van genderkwesties in de SDG’s.
De nadruk ligt op alle SDG’s, via sectoroverschrijdende strategieën en initiatieven om de onderlinge verbanden tussen de SDG’s aan te pakken en de samenwerking binnen en tussen de regeringen te versterken.
In België zijn de regeringen begonnen hun thematische en sectorale beleidsprojecten op nationaal, subnationaal en lokaal niveau af te stemmen op de Agenda 2030. Deze afstemming heeft bijvoorbeeld al bijgedragen tot een verregaande herziening van het Belgische internationale ontwikkelingsbeleid. De VNR heeft ook de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en actoren uit de privésector aangetoond, die tal van acties opstarten en vaak nieuwe overkoepelende organisaties opzetten of bestaande organisaties nieuw leven inblazen en aanpassen.
De 17 SDG’s en de overgrote meerderheid van de 169 subdoelen worden op de een of andere manier aangepakt met tal van acties, die zich met name toespitsen op de SDG’s op het vlak van gezondheid, gendergelijkheid, duurzame en inclusieve economische groei en waardig werk, alsook op biodiversiteit op het land en vreedzame samenlevingen.
Uit de VNR is ook gebleken dat er op verschillende gebieden meer inspanningen nodig zijn om bepaalde specifieke uitdagingen aan te pakken, en dat de omvang van de middelen die de regeringen inzetten bepalend is voor hun respectieve vermogen om de SDG’s systematisch in hun bevoegdheidsdomeinen te integreren.
In het kader van deze VNR gaven de geraadpleegde actoren uit het maatschappelijk middenveld aan dat ze van mening waren dat er meer aandacht moest worden besteed aan:
- de kwesties in verband met levenslang leren;
- de water en luchtkwaliteit (met inbegrip van fijne deeltjes);
- de energie-intensiteit en hernieuwbare energie;
- de broeikasgasemissies;
- mensen die het risico lopen op armoede;
- en de mobilisatie van de nodige middelen voor de uitvoering van de SDG’s.
De evaluatie van de uitvoering van de SDG’s in België en door België loopt goed. Gelet op de uitdagingen m.b.t. de uitvoering van een volledige doorlichting van de vooruitgang en de impact die de volledige draagwijdte van deze Agenda 2030 bestrijkt, moet deze eerste editie van de Belgische VNR echter in de eerste plaats beschouwd worden als een balans, een vertrekpunt dat ons een gedeeltelijke referentiepunt biedt voor het oriënteren van nieuwe acties, het opvolgen van de vooruitgang in de richting van de SDG’s en het verbeteren van ons vermogen om de Belgische bevolking en de parlementen rekenschap te geven over de uitvoering van deze Agenda.