Mensenrechten vormen de kern van de drie dimensies van duurzame ontwikkeling (het sociale, het ecologische en het economische aspect) en zijn daarom essentieel voor het bereiken van een ontwikkeling die niemand achterlaat.
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen." - Art. 1 'Universele verklaring van de rechten van de mens'.
Mensenrechten zijn een fundamenteel principe in België. Het bevorderen van de hoogste beschermingsnormen op dat gebied is een fundamentele doelstelling van zijn nationale, Europese en internationale actie.
België onderschrijft dus de richtlijnen inzake ondernemingen en mensenrechten die op 16 juni 2011 werden goedgekeurd door de Raad van de Mensenrechten. Het zet zich in om die te implementeren via een beleid rond maatschappelijk verantwoord ondernemen waarin ons land het voortouw neemt.
Die richtlijnen zijn een universele leidraad voor het in de praktijk brengen van de normen die erop gericht zijn ondernemingen te responsabiliseren voor mensenrechten.
Nationale actieplannen
Met de ontwikkeling en goedkeuring van een eerste nationaal actieplan 'Ondernemingen en Mensenrechten' (NAP 01), zette België in 2017 een belangrijke stap. Door in 2024 een tweede NAP (NAP 02) goed te keuren en geleidelijk aan de acties daarvan uit te voeren, heeft ons land zijn engagement voor de mensenrechten bevestigd. Het toont op die manier de bewustwording dat globalisering een verantwoordelijkheid impliceert van alle spelers, niet alleen publieke maar ook private, die zorg moeten dragen voor de planeet en de samenleving waarin en waarvan zij leven, om ervoor te zorgen dat de menselijke ontwikkeling echt duurzaam is.
Nationaal Actieplan ‘Ondernemingen en Mensenrechten’ – 2017 - 2020
Nationaal Actieplan ‘Ondernemingen en Mensenrechten’ 2.0 - 2024 - 2029
Onze initiatieven op het gebied van mensenrechten en ondernemingen
In lijn met de Nationale Actieplannen heeft het FIDO een aantal hulpmiddelen ontwikkeld en een aantal brochures en rapporten gepubliceerd die erop gericht zijn ondernemingen en organisaties te helpen om respect voor mensenrechten te verankeren in de manier waarop ze denken en werken, en om het beleid in de richting van duurzamere praktijken te sturen.
Lees meer over de initiatieven van het FIDO op het gebied van mensenrechten en bedrijfsleven
Onder 'mensenrechten' wordt de onvervreemdbare rechten van alle mensen, ongeacht hun etnische afkomst, huidskleur, geslacht, seksuele geaardheid, taal, godsdienst, politieke overtuiging, nationale of sociale afkomst, financiële status, geboorteplaats of enige andere status verstaan. Ieder mens moet in gelijke mate kunnen genieten van die rechten, zonder te worden gediscrimineerd.
De rechten zijn universeel, met elkaar verbonden, onderling afhankelijk en ondeelbaar. Dat betekent dat een verbetering van de uitoefening van een recht het gemakkelijker maakt om andere rechten uit te oefenen. Op dezelfde wijze heeft het ontzeggen van een recht een impact op alle andere rechten.
Op internationaal niveau is het principe van respect voor de mensenrechten vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1948, is de hoeksteen van de internationale mensenrechtenwetgeving. De 30 artikelen vormen de principes en de basis voor huidige en toekomstige verdragen, overeenkomsten en andere juridische instrumenten in verband met mensenrechten. Ze is het gemeenschappelijke ideaal dat alle volkeren en alle naties moeten bereiken.
- De Universele Verklaring wordt in het internationaal recht gecodificeerd door het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966).
- Op arbeidsvlak worden de mensenrechten gegarandeerd door de acht fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Die verdragen zijn gebaseerd op de beginselen en rechten betreffende de vrijheid van vereniging, collectief onderhandelen, de uitbanning van dwangarbeid, de afschaffing van kinderarbeid en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.
Samen vormen die documenten het minimale referentiepunt voor wat de internationaal erkende mensenrechten betreft.
Door internationale verdragen die mensenrechten vastleggen te ratificeren, hebben staten de wettelijke verplichting om die mensenrechten te respecteren, te beschermen en na te leven. Concreet moeten staten:
- zich onthouden van inmenging in of beperking van het genot van mensenrechten (respecteren);
- individuen en groepen beschermen tegen mensenrechtenschendingen, onder meer door handelsondernemingen (beschermen);
- positieve actie ondernemen om het genot van fundamentele mensenrechten te bevorderen (naleven).
Ondernemingen spelen een maatschappelijke rol in de landen waar ze actief zijn, die veel verder gaat dan het louter economische aspect. Ze dragen actief bij aan de ontwikkeling van de maatschappijen en de economieën van de landen waar ze zich vestigen, of dat nu in België, Europa of de rest van de wereld is.
Belgische ondernemingen zijn steeds meer verbonden met de rest van de wereld, via hun werknemers of door de oorsprong of de bestemming van hun producten, hun handelsbetrekkingen of hun eigenlijke activiteiten. Die globalisering biedt buitengewone kansen, maar ook risico's voor het evenwicht van ecosystemen, sociale rechtvaardigheid en goed bestuur.
Wat ondernemingen doen, heeft dus een steeds grotere (positieve of negatieve) invloed op de mensenrechten van hun werknemers, hun klanten, de medewerkers van hun logistieke ketens of de gemeenschappen rondom hun activiteiten.
Het is in die geest dat de richtlijnen inzake ondernemingen en mensenrechten werden opgesteld.
Richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen zijn een eerste belangrijk document. Ze bevatten aanbevelingen voor een verantwoordelijk gedrag van ondernemingen op het vlak van arbeidsverhoudingen, mensenrechten, milieu, fiscaliteit, corruptiebestrijding en consumentenbelangen. De OESO-richtlijn werd in 2023 herzien om beter te kunnen inspelen op de hedendaagse menselijke, ecologische en maatschappelijke uitdagingen. In die context werd ook beslist dat elk OESO-land een Nationaal Contactpunt (NCP) zou oprichten om de toepassing van de richtlijnen aan te moedigen en op te treden als bemiddelaar in het kader van een systeem voor individuele klachten. De Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie is voorzitter en voert het secretariaat van het Belgische NCP. Tot nu toe hebben 51 landen, waaronder België, de OESO-richtlijnen onderschreven.
VN-richtlijnen inzake ondernemingen en mensenrechten
In 2011 werden de Richtlijnen rond ondernemingen en mensenrechten aangenomen door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, om een wereldwijde standaard vast te stellen en duidelijkheid te verschaffen over de rollen en verantwoordelijkheden van staten en ondernemingen met betrekking tot de impact op de mensenrechten. Aan die richtlijnen ging jaren onderzoek vooraf, en tientallen consultaties met onder meer de zakenwereld, het middenveld en lokale gemeenschappen van wie de mensenrechten door de activiteiten van ondernemingen worden bedreigd. Het gaat om een mijlpaal op het vlak van de bescherming van de mensenrechten en voor de evolutie van het concept van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).
De video hieronder geeft een 3 minuten durende introductie tot de richtlijnen van de VN inzake ondernemingen en mensenrechten:
IZe zijn gebaseerd op 3 pijlers:
- Beschermen: de verplichting voor staten om mensen actief te beschermen tegen mensenrechtenschendingen, zowel door andere individuen als door ondernemingen.
- Respecteren: de verantwoordelijkheid van ondernemingen om mensenrechten te respecteren
- Herstellen: de noodzaak om ervoor te zorgen dat slachtoffers van mensenrechtenschendingen toegang hebben tot remedies die daadwerkelijk effectief zijn.
De richtlijnen leggen de nadruk op de maatregelen die de staten moeten nemen om:
- ondernemingen aan te moedigen de mensenrechten te eerbiedigen;
- ondernemingen een richtschema te verschaffen voor het beheer van het risico op negatieve gevolgen;
- en tot slot om een reeks maatstaven aan te reiken aan de belanghebbenden om de naleving van de mensenrechten door ondernemingen te kunnen beoordelen.
In dezelfde geest heeft België zich ertoe verbonden om, in overleg met de stakeholders van het land, een nationaal actieplan 'Ondernemingen en mensenrechten' te ontwikkelen dat die richtlijnen implementeert. Het eerste NAP werd in 2017 goedgekeurd en gold voor de periode 2017-2020. Het tweede NAP werd in 2024 goedgekeurd. Het bestrijkt de periode 2024-2029 en is van toepassing op Belgische ondernemingen die actief zijn in België en/of in het buitenland, alsook op internationale ondernemingen die actief zijn in België.